Van Vollenhoven: 'Softdrugsbeleid moet op de helling'
Pieter van Vollenhoven, voorzitter van de Stichting Maatschappij en Veiligheid, roept de regering op 'lef te tonen' en eindelijk eens de patstelling in het softdrugsbeleid te doorbreken. Volgens hem zijn er twee opties: helemaal stoppen met het gedoogbeleid, of de aanlevering van cannabis aan de coffeeshops toestaan.
vind dat de regering gebrek aan durf toont om deze problematiek echt diepgaand te onderzoeken en aan te pakken', zegt Van Vollenhoven in een interview met de Volkskrant. Hij noemt het huidige beleid hypocriet en schizofreen. Want coffeeshops mogen aan de voordeur wel wiet verkopen, maar mogen het spul aan de achterdeur niet inkopen. 'Het is alsof je bier wel mag verkopen en drinken, maar niet mag brouwen en aanleveren. Met het voortbestaan van deze hypocrisie is de geloofwaardigheid van de Nederlandse overheid niet gediend.'
Niets doen en doormodderen met het huidige beleid vindt hij geen optie. 'Dit is aan niemand uit te leggen', aldus Van Vollenhoven. Hij signaleert twee 'merkwaardigheden' in het huidige beleid. In internationale drugsverdragen, ondertekend door Nederland, zijn alle drugs verboden. Maar Nederland staat toch de verkoop van softdrugs in de coffeeshops toe.
'Ten tweede is merkwaardig dat we de achterdeur van de coffeeshops wel tot verboden gebied hebben verklaard. Dat is inconsistent.'
Zelf wil hij geen voorkeur uitspreken voor stoppen dan wel reguleren van de achterdeur. 'Ik houd van duidelijkheid. Nederland moet kiezen', aldus Van Vollenhoven. Hij roept de Nederlandse regering ook op om het beleid weer in overeenstemming te brengen met de internationale verdragen. Dat kan door sluiting van de coffeeshops of door de verdragen te veranderen. 'Misschien is het internationale verbod op softdrugs wel achterhaald. In dat geval moet het verbod van tafel. Dan moeten we internationaal regelen dat we de verdragen niet overtreden', aldus Van Vollenhoven.
Door: Peter de Graaf (VK)